Recensie Margriet de Moor – Van vogels en mensen

Het Parool, PS Donderdag 13 oktober 2016
****
Waarom pleegt de goedhartige vrouw een moord?
Dieuwertje Mertens
Van vogels en mensen, de nieuwe roman van Margriet de Moor (1941), gaat over moord en doodslag waar geen greintje wroeging aan te pas komt. Maar het is geen whodunit. Centraal staat de vraag: hoe heeft het zover kunnen komen? In een los-vaste vertelling over het leven van twaalf personages vindt de lezer een antwoord.
Bejaardenverzorgster Louise Bergman bekent tijdens een politieverhoor een moord die zij niet heeft gepleegd. Haar dochter Marie Lina, een lieve vrouw, verpleegster van beroep, wreekt jaren later haar moeder door de echte moordenaar te doden. Dat is het kernverhaal. Daaromheen: verhalen van familie en betrokkenen, zoals: de Caribische Hortense, die beurtelings een relatie heeft gehad met drie broers uit hetzelfde gezin. Uiteindelijk is het haar schoonvader die het meest van haar houdt. Meneer Mesdag, die op bejaarde leeftijd nog een jongen uit het water redt. En Klazien Wroude, die na de dood van haar moeder wordt opgezadeld met de zorg voor haar babybroertje, dat uitgroeit tot een zwaarlijvige alcoholist met een hang naar criminaliteit.
Van vogels en mensen is een raamwerk waarin al deze verhalen en familielevens met elkaar zijn verweven. Maar het verhaal over de goedhartige Marie Lina die haar onschuldige moeder wreekt, is de belangrijkste vertelling.
Ze ligt heerlijk te slapen als haar man Rinus thuiskomt van zijn nachtdienst als bird controller (vogelverjager) op Schiphol. En dat terwijl ze diezelfde middag nog in een handgemeen is geraakt met een andere vrouw: ‘Het was een heftig gevecht, met van haar kant de strenge opzet kwaad te doen. En dan zo vredig slapen de nacht erna? Als een roos, nee: als een kind.’
De vrije indirecte rede maakt dat de lezer zowel het personage als de schrijfster dicht op de huid zit. Regelmatig is het onduidelijk wie er aan het woord is. Vraagt de schrijfster zich af hoe Marie Lina zo vredig kan slapen? Of is dat Marie Lina’s innerlijke stem (door psycholoog Dolph Kohnstamm zo mooi ‘de eigenander’ genoemd)? De stemmen van personage en verteller vloeien samen.
Het taalgebruik is soms wat boertig te noemen, zoals mensen van vlees en bloed zich ook onbeholpen en in niet al te fraaie zinnen kunnen uitdrukken. Zo wordt de vechtpartij beschreven als: ‘Een flink stuk groter dan Marie Lina probeerde Klazien Wroude (een haast onwaarschijnlijk lelijke, lompe naam, DM) zich los te rukken. Toen dat niet lukte trapte ze met haar in podologische schoenen gestoken voeten van zich af.’ En we lezen dat Hortense een ‘hartelijke allochtone meid’ is.
Meestal worden wat meer hoogdravende figuren opgevoerd in literaire romans. In Van vogels en mensen niet, wat ook wel eens prettig is. De roman bevat geen intellectuele, navelstaarderige personages met grootse ambities of een complex gevoelsleven. Nou ja, Marie Lina is zich wel bewust van de woede die in haar huist, sinds haar moeder toen zij negen jaar oud was ‘s nachts door de politie van haar bed werd gelicht: ‘(…) gisteren heeft ze haar woede vrijgegeven. De taaie woede die ze met elk vezeltje van haar wil is blijven koesteren en als een talisman op haar hart heeft gedragen, mocht eindelijk losgaan.’
Ze denkt erover na, zonder er diepgravend over te prakkiseren en zonder dat de schrijfster haar probeert te psychologiseren. Daar blinkt De Moor in deze roman in uit: het onnadrukkelijk en liefdevol portretteren van mensen en de manier waarop zij hun leven leiden.
Ook Marie Lina’s man Rinus begrijpt zijn vrouw en haar woede zonder daar al te veel woorden aan vuil te maken. Marie Lina is na Hortense zijn grote liefde en die toont zich vaak juist in de kleinste dingen: samen slapen, over vogels praten of zoals Rinus zijn Marie Lina, ‘Lineke’, in een brief schrijft: ‘Hoe gewoner hoe wonderbaarlijker, hoe alledaagser hoe prachtiger.’
FICTIE: Margriet de Moor – Van vogels en mensen De Bezige Bij, €19,99. 250 blz.