Recensie Pieter Boskma – Tsunami in de Amstel

Het Parool, Leeuwarder Courant
Het inslaan van kogels
Dieuwertje Mertens
Hoe kun je jezelf als dichter van een uitstervende generatie Maximalen (Rogi Wieg, Joost Zwagerman) nog een plek toebedelen in het huidige dichtersklimaat? Heb je als oudere dichter nog wel bestaansrecht? Waar haal je de inspiratie vandaan? In Tsunami in de Amstel laat Pieter Boskma (Leeuwarden, 1956) de worsteling met zijn eigen dichterschap zien.
De wereld dringt zich genadeloos hard aan je op in de poëzie, zelfs bij dichters die zich meer met het gevoelsleven bezighouden (zoals Elly de Waard in haar laatste bundel). De actualiteit laat zich ook door Boskma niet langer ontkennen: ‘Als ik gewoon kon schrijven over een tjilpend vinkje (…)/ en alles zonder gêne dat het ouderwets zou lijken (…) Maar ik kan het niet. Steeds als ik geniet van een simpel tafereel,/ kringen op een vijver, het zingen van een meisje (…) dan denk ik aan/ explosies, het inslaan van kogels (…).’
Boskma heeft van nature een romantische inborst: zijn poëzie is vaak lyrisch, hij schuwt de grote woorden niet. Ook heeft hij soms een wat plechtstatige woordkeus. Zo spreekt hij van ‘het woord’ en van ‘inspiratie’ die de dichter overkomt of niet – poëzie is verheffend. Maar wat nou als de inspiratie niet komt, ‘ondanks het machtige voorjaar dat alles weer in bloei dreef’? In Tuinstof 1, opgedragen aan de Maximalen, herinnert hij zich de afkeer die de jonge dichters hadden van ‘tuinen’, die hoorden bij ‘mottige geleerden’. Het draaide om ‘seks, drank en straatrumoer’.
Tegenwoordig betrapt hij zich op het verlangen naar groen dat stadsgedichten zou doen verstommen. ‘Ik zou vast een oeroud zwaard uit een wolk zien flitsen/ en de slamstrot op de podia met één houw openhalen.’ Hij zou zich strijdvaardig moeten opstellen, maar hij heeft zich vroeger al afgezet, is zijn conclusie.
In deze bundel komen alle facetten facetten van Boskma’s worsteling aan bod: hij durft zijn eigen plek in het dichterslandschap onder de loep te nemen. Juist door het verval in kaart te brengen, blaast hij zijn dichterschap nieuw leven in en geeft hij de bundel een zekere urgentie.
‘Ik sta echter – hoezeer ik mij nog altijd/ met die jonge dichters gedeeld voel in het hart – / op die plek waar het behoorlijk stil begint te worden’, dicht hij. Daar zit ‘m die tweestrijd: zijn taalgebruik verraadt dat deze zin niet van een jonge dichter afkomstig is. En: ‘Een dichter blijft het grote voorbeeld van zijn dagen.’
Soms is hij wat larmoyant, maar zijn reflectie laat een andersoortig lyriek zien, waarin ruimte is voor de actualiteit, de romantiek, de inwaartse en de uitwaartse blik.
Titel: Tsunami in de Amstel. Auteur: Pieter Boskma. Uitgever: De Bezige Bij. Prijs: 17,99 euro (82 blz.) ****