Recensie Vicky Francken – Röntgenfotomodel

Het Parool, Zaterdag 18 februari 2017
****
Aanstormend talent is Francken nu niet meer
Dieuwertje Mertens
Tien jaar geleden zette Vicky Francken (1989) – de toen piepjonge student Frans – haar eerste schreden op het dichterspad. Niet op schreeuwerige wijze, maar wel overal aanwezig: op poëzieavonden, slams en later ook in literaire tijdschriften als Hollands Maandblad, Tirade en Revisor. Ze werd jarenlang geroemd als aanstormend talent. Nu is er eindelijk de bundel Röntgenfotomodel.
De titel kun je lezen met de nadruk op röntgenfoto of op fotomodel. Het röntgen-fotomodel is de ultieme vorm van exhibitionisme en schaamteloosheid: ze vindt het niet erg om te poseren en tegelijkertijd doorgelicht te worden, zodat binnen- en buitenkant beide zichtbaar worden.
Het ‘röntgenfoto-model’ poseert echter niet van harte. Ze wordt tegen het licht gehouden om te zien wat haar mankeert: Ze willen je helpen/ maar je voelt je klein en bekeken. De situatie is verwarrend: De dokter draagt een witte jas/ maar noemt zich fotograaf.(…) Kun je nog een andere pose aannemen?/ de ideale verhoudingen, ik zie ze schitteren/ aan de rand van je binnenkant
Na ‘zoveel foto’s’ mag het röntgenfotomodel gaan. ‘Wees blij’ zegt de dokter/fotograaf. Hoe kan het model blij zijn? Er is haar iets ontnomen. Ze ondergaat wel vaker gelaten wat de situatie haar vraagt.
Die defaitistische houding zien we terug in Die zomer: dacht je dat het erbij hoorde/ net als vallen van een eenwieler (…) een zelfde zomer/ maar al ouder is er iemand die met je onder de douche wil// je hebt er de leeftijd voor/ maar je houdt je ondergoed aan// je bent oud genoeg voor een mening/ maar je hebt geen idee// touwtrekken met helmgras// wat win je/als je wint. Het kind dat in haar huist, is niet verdwenen met het volwassen lichaam dat ze probeert te verbergen: ze doet wel wat er van haar wordt gevraagd, maar het is haar onduidelijk waarom. Die kwetsbaarheid kenmerkt de bundel.
Fotografie is een terugkerend thema in het werk van Francken. Toch toont het beeld niet per definitie de waarheid. Ze zoekt naar wat onder de oppervlakte ligt. En aan de foto’s ligt altijd een negatief ten grondslag: Blij maar zo ziet het er niet uit.(…) Interpretatie, interpretatie dicht Francken in de reeks Foto.
Het is uiteindelijk de taal die betekenis geeft – maar nooit uitsluitsel. Dat laat ze zien in het ijzersterke gedicht Superbia over een vrouw die de dood onder haar rokken heeft in de vorm van ‘een kind dat nooit zal ademen’: het moet een kleine dood zijn (…)/ kan de dood klein zijn, heeft de dood een maat/ heeft de dood een maatje/ kun je de dood de maat nemen – of de das omdoen. Francken speelt een spel met woorden en betekenissen, met uitdrukkingen, met ‘letterlijk’ en ‘figuurlijk’.
Sta je zondagmorgen voor je ribbenkast/ en geen geluid// wilde dieren zijn de stilste dieren, besluit de dichter. Ineens staan ze voor je. Wachten op Francken was de moeite waard. Wat een prachtig en afgewogen debuut.
Lees hier het gedicht Laat ik je een gewetensschaap stellen uit Röntgenfotomodel.