een gedicht belicht

Voor DBNL schreef ik een stukje over onderstaand gedicht Zeevos van Peter Holvoet-Hanssen
Een gedicht belicht
Over Peter Holvoet-Hanssen, Zeevos
Zeevos
- zodra ik op mijn poten stond: met hagel in de kont
- zat van kabaal en kunstlicht enkel wolken als kompas
- langs kruimels bos in stof en stank alleen bij jou in rust
–
- waar moeten wij nu heen zo moe en altijd opgejaagd
- niet onderdanig aan de lijn en daarom nergens thuis
- behalve aan het strand: het leeft ons uit – strooi mij in zee
- je kan mij altijd opvissen want waterzout onthoudt
- je hand zoals zigeunervuur je ogen nooit vergeet
–
- mijn moer de wind zingt gaten in de rotsen blaast ons weg
- de zon ziet rood vergroot en strooit geen klatergoud: het hek
- is van het wolkendek schat voel de vissen hebben het te warm
- dus snij mijn tong in negen stukken doden weten dat
- de tijd maar tijdelijk is huilend bij zijn eigen graf
–
- voor vissersharten te klein – kraak de hemel keer het tij
- © Peter Holvoet-Hanssen, opgedragen aan Noëlla Elpers van Het Kapersnest
- Peter Holvoet-Hanssen, ‘Zeevos‘. In: Tiecelijn, jaarboek 2. Jaargang 22. Vzw Tiecelijn-Reynaert / Marcel Ryssen, Sint-Niklaas 2009.
Lees hier mijn analyse.