Persoonlijk, maar zonder navelstaren

Het Parool, Boeken, 1 juli 2017, De Stentor, Boeken, 1 juli 2017
Romandebuut: Lieke Marsman laat zien dat ze meer kan dan dichten

Dichter en filosoof Lieke Marsman toont zich met Het tegenovergestelde van een mens, over een jonge klimaatwetenschapper die worstelt met de liefde, een typische representant van de generatie jonge, veelal vrouwelijke schrijvers.
Dieuwertje Mertens
Ze vormen geen echte groep, behalve dan dat sommige namen altijd in één adem genoemd worden en vrouwelijke auteurs de boventoon voeren in de media. Denk aan: Maartje Wortel, Hanna Bervoets, Niña Weijers, Simone van Saarloos, Nina Polak, Bregje Hofstede, Marjolijn van Heemstra, Wytske Versteeg, etcetera. Ze zijn geboren in de jaren tachtig of begin jaren negentig, wonen in Amsterdam, zijn bevriend, staan op dezelfde festivals of schrijven voor Das Magazin. Wie op zoek gaat naar de gemene deler, zal altijd op genoeg gelijkenissen stuiten.
Je kunt je afvragen of Lieke Marsman (26) haar nadrukkelijk egocentrische romanpersonage Ida niet ironisch heeft bedoeld: ‘Het ding is dat je jezelf niet belangrijker moet maken dan je bent,’ zegt de therapeute tegen Ida. ‘Aan jezelf denken is niet hetzelfde als aan zelfreflectie doen,’ verwijt haar geliefde Robin haar. Ida ziet zichzelf als middelpunt van het heelal, maar weet wel dat dit een illusie is: ‘(..) mensen zijn zelden geneigd om over zichzelf te denken in grijstermen – terwijl we de mensen om ons heen wel voortdurend het taaie grijs van de massa toedichten’.
De roman is een ik-vertelling, een veelgekozen vertelperspectief onder debutanten, blijkt ook uit de bloemlezing Nederlandse Literatuur van de 21e eeuw (2015) waarin Wim Brands een selectie van de nieuwe schrijvers van het nieuwe millennium presenteerde: verreweg de meeste bijdragen zijn geschreven vanuit de eerste persoon.
Jonge auteurs zouden navelstaarders zijn, zo wil het cliché; twintigers en dertigers zijn nu eenmaal erg begaan met zichzelf en de plek die ze in de wereld (willen) innemen. Zo is ook Marsmans personage, de 29-jarige Ida, zoekende naar wat ze moet met haar leven. De mens is door- en doorslecht, vertelde haar moeder haar op jonge leeftijd. Als ze goed wil zijn, beseft ze, moet ze het tegenovergestelde van een mens zijn. Ida is afgestudeerd klimaatwetenschapper en groot fan van publicist en activist Naomi Klein. Ze is zich buitengewoon bewust van de stempel die de mens op het klimaat drukt. Nadat ze na haar afstuderen een periode verveeld thuis heeft rondgehangen, meldt Ida zich aan voor een project in de Italiaanse Alpen ter voorbereiding van het opblazen van een stuwdam om de natuur weer in haar oorspronkelijke staat te herstellen. Tijdens haar verblijf wordt ze steeds meer geconfronteerd met de relatie tussen mens en natuur en komt ze erachter dat de mens niet zonder wereld kan, maar de wereld wel zonder mensen.
Op sociale media presenteert Marsman zichzelf als fervent aanhanger van de GroenLinks-beweging en als klimaatactivist. Haar roman blijkt een heerlijk vehikel om allerhande ideeën over onder meer het klimaat te overdenken (het tegengaan van klimaatverandering begint bij het krijgen van minder kinderen, de klimaatverandering is te groot en daardoor te ongrijpbaar om als mens te kunnen bevatten). Ze heeft zich hierbij laten inspireren door een klein leger aan wetenschappers, filosofen en schrijvers, getuige de bronnenlijst achterin het boek.
In een wereld waarin het klimaat op de politieke agenda is gezet, de vrouwenbeweging weer nadrukkelijk haar rol opeist onder een vrouwonvriendelijke president als Trump en de dreiging van terrorisme elke dag voelbaar is, is literair engagement onvermijdelijk, zou je zeggen. Er is genoeg om je over op te winden en een roman wordt per slot van rekening ‘geboren’ in diezelfde wereld.
Jonge auteurs als Weijers, Van Saarloos en Renske de Greef mengen zich regelmatig in het publieke debat via sociale media of journalistieke kanalen. Ze leveren bijvoorbeeld bijdragen aan de feministische bloemlezing Vrouwen schrijven niet met hun tieten (2016, onder redactie van Wiegertje Postma) en/of reageren op hedendaagse (Amerikaanse) feministische klassiekers als Rebecca Solnit en Chris Kraus. Marsman schreef bijvoorbeeld ter gelegenheid van een bezoek van Kraus aan Spui 25 Dear Chris, A love letter by Lieke Marsman en haalt de feministe ook kort aan in haar roman.
Geslaagde auteurs zijn bereid zich ook in zaken buiten zichzelf te verdiepen. Weijers schreef met De consequenties (2014) een geëngageerde roman over kunstenares Minnie Paris die zichzelf probeert op te heffen middels haar kunst. Eerder dit jaar verscheen De vrouw die van Simone van Saarloos over de maakbaarheid van de mens en Hanna Bervoets laat in al haar romans maatschappelijke betrokkenheid zien, zo ook in het onlangs verschenen Fuzzie, over de artificiële liefde.
Ook Marsman laat zien dat persoonlijke thema’s zich makkelijk laten combineren met geëngageerde thematiek. Ida wordt regelmatig gekweld door een fundamentele eenzaamheid. Ze is een piekeraar die in haar persoonlijke leed aanleiding ziet om de wereld te beschouwen: ‘Waar het op neerkomt is dat de mensheid als geheel ook eenzaam is. We kunnen er niet tegen dat niemand iets terugzegt. (…) Zelfs de hemel is leeg. En dus zetten we ons af door al die zwijgende natuur om ons heen te vernietigen, als een wanhopige geliefde die maar niet wordt terug ge-sms’t en het in een café op een zuipen zet.’
De verhaallijn, het skelet van de roman, is in wezen heel broos: eenzaam, egocentrisch, zoekend meisje wordt verliefd, maar kan de liefde niet behouden. Maar het verhaal krijgt vlees op de botten door de bespiegelingen van Marsman. De gedachten van Ida bepalen de stijl en vorm. Daar is een hybride roman uit voortgevloeid waarin ook essayachtige stukjes en gedichten een vanzelfsprekende plek hebben.
Wanneer Ida op aanraden van haar therapeut nadenkt over haar geaardheid, mondt dat uit in een essay over schaamte en homoseksualiteit. Die schaamte doet overigens bijna ouderwets aan. Zeker nu de lesbische liefde steeds vaker regel dan uitzondering lijkt te zijn in romans van de generatie jonge vrouwelijke schrijvers. Regelmatig worden er lesbische hoofdpersonages opgevoerd zoals in Fuzzie van Bervoets, We zullen niet te pletter slaan van Polak en Hoogvlakte van Naomi Rebecca Boekwijt.
Marsman is, hoe jong ook, al erg stijlvast. Je kunt een tekst van haar hand er zo uitpikken
Als Ida’s geliefde Robin in een ruzie roept dat ze misschien te verschillend zijn, reflecteert Ida op ‘het verschil’. Dat doet ze in herhalende vorm in zinnen die steeds beginnen met ‘Het verschil’. Afgescheiden door witregels levert dit een prozaïsch opsommend gedicht op. Met dergelijke gedichten, die doen denken aan lijstjes, probeert de protagonist haar gedachten te ordenen.
Marsman is, hoe jong ook, al erg stijlvast. Je kunt een tekst van haar hand er zo uitpikken. Ze heeft oog voor detail, houdt van verkleinwoorden en het lyrische ‘o(h)’ wordt ook graag ingezet.
Stijl is vaak ondergeschikt in romans van jonge auteurs, het verhaal staat centraal. Er zou meer geëxperimenteerd mogen worden in de romanliteratuur. Zeker als de inhoud niet heel veel om het lijf heeft, kan een verhaal aan spanning winnen bij een interessante compositie en stijl. Als dichter beheerst Marsman de kunst van het weglaten om hier meerduidigheid mee te creëren. Ze is niet bang geweest om voor een experimentele vorm te kiezen. Dat maakt deze roman eigenzinnig en daarmee onderscheidt ze zich van veel generatiegenoten. Marsman bewijst hiermee niet alleen een goede dichter te zijn.
****
FICTIE: Het tegenovergestelde van een mens, Lieke Marsman