Month: April 2018

Nog niet moegestreden

Nog niet moegestreden

Het Parool, PS Boeken, 21 april 2018 Ras blijft de grote verdeler Dieuwertje Mertens Donderdag nam Antjie Krog de Gouden Ganzenveer in ontvangst. In de nu verschenen selectie essays Hoe alles verandert reflecteert ze op het complexe, moderne Zuid-Afrika. ‘Nur die Hoffnung kauert’ (alleen de 

‘Liefde kan pas als je naar elkaar luistert’

‘Liefde kan pas als je naar elkaar luistert’

Het Parool, Boeken, 7 april 2018 Macht: Vrouwen, mannen en relaties Dieuwertje Mertens In De antwoorden van Catherine Lacey legt personage Kurt Sky het aan met verschillende vrouwen om aan al zijn behoeftes te voldoen. ‘Gender speelt een belangrijke rol.’ De Amerikaanse auteur Catherine Lacey 

Dorrestein doet zelf haar laatste zegje

Dorrestein doet zelf haar laatste zegje

Het Parool, Boeken, zaterdag 31 maart 2018

Zelfportret: Journalist, feminist, romanschrijver, sterfelijk mens

Dieuwertje Mertens

De euforie over het idee voor een nieuwe roman is van korte duur als blijkt dat Renate Dorrestein slokdarmkanker heeft. Met Dagelijks werk is ze potentiële biografen voor.

‘Stel je voor dat je na je dood, als je je niet meer kunt verweren, een biográáf achter je aan krijgt,” zegt Renate Dorrestein tegen haar assistente, terwijl ze in haar opruimwoede haar persoonlijke aantekeningen en correspondenties vernietigt. Ze beschrijft het in Dagelijks werk, dat komende week verschijnt. Daarin voorziet ze een selectie van haar zogenoemde ‘schaduwoeuvre’ van een inleiding. Dorrestein doet zélf haar laatste zegje.

Het idee voor een nieuwe roman diende zich spontaan aan op een zonovergoten middag in de zomer van 2016 toen Dorrestein net een nieuwe koelkast had aangeschaft en besloot om een wandelingetje te maken door Haarlem-Noord. Daar treft ze een kinderopvang, Noorder Kinderhuis genaamd. ‘Onguurder dan dit ging ik het niet krijgen. (..) ik voelde mijn verbeelding alle kanten op schieten. Misschien was het Noorder Kinderhuis in mijn boek straks helemaal niet een fysiek gebouw. Misschien was het een eufemisme voor de Dood,’ orakelt Dorrestein.

Personages buitelen door haar hoofd. In een paar zinnen schetst ze de contouren van een roman, die hoewel hij nog niet is geschreven, toch al bestaat dankzij Dorresteins verbeeldingskracht, haar scherpe pen. Ze heeft de lezer vanaf de eerste zin bij de kladden.

In de lezer ziet Dorrestein een bondgenoot, want ‘schrijver en lezer brengen samen een onvergetelijke leeservaring tot stand’. Maar: ‘We lezen wat we willen lezen, niet wat de auteur heeft opgeschreven.’ Met deze voorwaarden in het achterhoofd kan de schrijver niet anders dan alles uit de kast trekken om de verbeelding op gang te brengen. Dat is ook de reden dat Dorrestein zo veel belang hecht aan de context van het verhaal: een verhaal ontstaat in zijn omgeving, zoals het Noorder Kinderhuis.

Deze literatuuropvatting schittert door het hele oeuvre van Dorrestein en wat dit precies behelst doet ze ook uitvoerig uit de doeken in Het geheim van de schrijver (2000), een van de leukste handboeken over schrijven. Dagelijks werk is te lezen als een vervolg hierop.

Doortastende kritiek

De euforie over de nieuwe roman, die al in de coulissen op Dorrestein staat te wachten, is van beperkte duur. In het najaar van 2016 krijgt ze te horen dat ze slokdarmkanker heeft. Wat als ze haar laatste roman niet kan voltooien en die arme personages voor altijd in het duister rond moeten zwerven? Ze besluit de roman te laten voor wat die is en stort zich op de selectie van een aantal teksten die weliswaar niet in haar boeken terechtkwamen, maar toch ook onderdeel van haar dagelijks werk waren.

Zoals de Brief aan de aspirant-schrijver, naar aanleiding van een manuscript dat Dorrestein kreeg opgestuurd. Dorrestein laat er geen spaan van heel, maar haar kritiek is zo doortastend dat je haar er niet van kunt betichten dat ze mevrouw K. niet in haar waarde laat. Ze besluit met de woorden: ‘Zo, dat was niet mals. Sterkte ermee.’

In De androgyne aardappel schrijft Dorrestein: ‘(..) het pureren van de aardappel heeft als curieus neveneffect dat hij daardoor letterkundig van geslacht verandert: de aardappel is mannelijk, de aardappelpuree is vrouwelijk. De dingen die in het leven troost en warmte verschaffen, zijn nu eenmaal vrouwelijk (..).’ Ze schreef het stuk ooit bij drie receptvariaties op aardappelpuree voor een literair kookboek dat nooit verscheen. Ze kauwt de boodschap over de helende werking van aardappelpuree wel iets te lang uit, waardoor de tekst een melige metafoor wordt.

Gemiddelde man afgemaakt

In de lezing voor seksuologen van de Rutgers Stichting (‘mannen met een klein baardje, een bril en een trui’) toont Dorrestein zich een fanatieke feminist. Deze lezing, waarin ‘de gemiddelde man’ wordt afgemaakt, zorgde in 1988 voor heel wat opwinding: ‘(..) betreedt hij na de arbeid de echtelijke woning, waar een vrouw op hem wacht voor wie het nogal moeilijk is hem als een erotische uitdaging te beschouwen. Zij heeft juist nieuwe onderbroeken voor hem gekocht, of anders de oude gewassen en opgevouwen in de kast gelegd. Ze denkt: o jee, hij heeft die blik in z’n ogen weer.’ De activistische toon van de vileine feminist die zich heeft losgerukt van het aanrecht doet vandaag de dag toch vooral gedateerd aan. Soit.

Dergelijke teksten zijn de pijlers van Dorresteins geschiedenis als schrijver. Ze zijn niet chronologisch gerangschikt, maar raken wel aan de belangrijkste thema’s in het veelzijdige oeuvre van Dorrestein.

Dagelijks werk is een soort zelfportret van Dorrestein als journalist, feminist, rooms-katholiek, stemacteur, dr.v. (droge vagina), hartstochtelijk fan van Kurt Vonnegut, sterfelijk mens, maar toch bovenal (roman)schrijver: een hardwerkende en zeer productieve broodschrijver in de goede zin van het woord. Dat doet je ook denken aan alle teksten die niet ontsloten zijn. (Gaan we die echt nooit onder ogen krijgen?)

Zo’n laatste boek kan snel een pathetische grandeur krijgen, maar Dorrestein stelt zich nuchter op. Geen grote overpeinzingen over de dood, wel hier en daar wat galgenhumor. Morgen neemt ze gewoon weer plaats achter haar schrijftafel. En zoals het een goede schrijver betaamt, is ze haar onderwerp de baas. Ze eindigt met een wrang gevoel voor ironie met een stuk getiteld Ouderdom voorkomen.