Tijd voor een seksuele revolutie

Het Parool, PS zaterdag 2 juni 2018,
Je bent maagd, vrouw-van of hoer
Dieuwertje Mertens
De Franse pers reageerde verbaasd op In de tuin van het beest van de Frans-Marokkaanse Leïla Slimani. Met haar achtergrond had men een ‘kuiser en meer ingetogen’ boek verwacht. Slimani schrijft echter ‘sans gêne’ over de seksverslaving van de getrouwde Adèle. Ze ontving hierop veel reacties van islamitische vrouwen en besloot vrouwen uit haar geboorteland te interviewen over seksualiteit. In Seks en leugens legt ze de hypocriete, schizofrene seksuele moraal binnen de Marokkaanse cultuur bloot waar je als vrouw maagd, vrouw-van of hoer bent.
Slimani laat zien dat de preoccupatie met verboden rondom seksualiteit niet zozeer uit de Koran komt (‘over seksualiteit zegt de Koran heel weinig’), maar uit de Marokkaanse samenleving. In Marokko staat op buitenechtelijke seks een gevangenisstraf van een maand tot een jaar. Dan zijn er nog wetten die homoseksuele neigingen, overspel en abortus bestraffen met detentie. De gevangenissen in Marokko moeten overlopen, zou je zeggen. Gelukkig is er zelfregulatie: met geld kun je je (zeden)misdrijf afkopen bij de politie. Correctie: in de gevangenis zitten alleen dieven, moordenaars en árme zedendelinquenten.
De lange arm der wet opent de slaapkamerdeur echter niet. ‘Zolang de buren geen klacht indienen bij Justitie omdat ze hinder ondervinden van een ongetrouwd stel, zullen die mensen nooit worden aangeklaagd’, zegt minister van Justitie, de islamitische Mustapha Ramid als hij voor l’Economiste in 2015 wordt ondervraagd over het verbod op buitenhuwelijkse betrekkingen. Ergens anders lezen we dat ‘het concept van een privéleven niet bestaat in Marokko.’ Met dit voorbeeld illustreert Slimani de hypocriete realiteit; het onveilige seksueel gefrustreerde klimaat.
Duivel tussen hun benen
Slimani spreekt met vrouwen uit alle lagen van de samenleving: gescheiden, gehuwde en ongehuwde, lesbische vrouwen. Niemand houdt zich aan de zedenwetten. Maar iedereen speelt haar dubbelrol met verve. ‘Marokkaanse mannen hebben de duivel tussen hun benen,’ vertrouwt prostituee F. haar toe: Ze willen wel seks hebben voor het huwelijk, maar staan erop een maagd te trouwen. Met de Egyptische feministe en schrijfster Mona Eltahawy deelt Slimani haar ergernis: Waarom laten vrouwen hun maagdenvlies herstellen of dragen ze een hoofddoek terwijl ze zich hebben bevrijd van bepaalde gedragspatronen? De feministe citeert Harriet Tubman, Amerikaans voorvechtster van de afschaffing van de slavernij: ‘Als ik meer slaven ervan had kunnen overtuigen dat ze slaaf waren, had ik er heel wat meer kunnen redden.’ Een ijzersterk antwoord.
Het gedrag van het hoofdpersonage van In de tuin van het beest, is een mooie metafoor voor de schizofrene seksuele moraal in de islamitische wereld. Adèle is journaliste, getrouwd met een arts die haar op handen draagt en moeder van een peuterzoon. Ze leidt een bevoorrecht leven in Parijs, maar voor Adèle is dit leven ‘bekrompen en armzalig, veel te alledaags.’ Ze wordt verscheurd door haar verlangens: ‘Onder de douche heeft ze de neiging zichzelf te krabben, haar lijf open te rijten. (..) Ze wil een speelpop zijn, in de tuin van een beest.’ Om te ontsnappen aan haar banale bestaan, heeft ze te pas en te onpas seks met andere mannen, tot haar man haar dubbelleven ontdekt. Ze besluit haar autonomie af te leggen; ze verhuist met haar gezin naar het platteland, stopt met werken, laat zich door haar man controleren en krijgt zakgeld.
De roman is goed geschreven vanuit het perspectief van een obsessieve verteller. Maar de echte zeggingskracht schuilt in de dubbele lezing: Voor de westerse lezer is niet zozeer het ongebreideld botvieren van de seksuele lusten het meest controversiële aspect van het verhaal, maar de vrijwillige onderwerping van Adèle aan haar man. Voor islamitische lezers is het wellicht eerder de gespletenheid van het karakter die hun een spiegel voorhoudt.
Onderwerping
Natuurlijk zijn schrijvers met een Arabische achtergrond niet verplicht ook Arabische karakters op te voeren in hun romans. De keuze om van Adèle op het eerste gezicht een doorsnee Franse vrouw uit de middenklasse te maken, lijkt echter een statement te zijn van de auteur (‘Ik laat me niet in het migrantenliteratuurhokje plaatsen’). Ergens in een bijzinnetje lezen we dat de vader van Adèle Algerijns is. Pas als haar vader sterft, krijgt hij een Arabische identiteit. Naakt gaat ze naast het opgebaarde lijk liggen: ‘Ze denkt aan haar vaders schaamte, zijn totale afkeer van naaktheid, zijn eigen en die van anderen. (..) hij kan niets meer inbrengen tegen haar obscene nieuwsgierigheid. Ze buigt zich over hem heen en maakt langzaam de lijkwade los.’ Die passage krijgt in het licht van Seks en leugens meer gewicht. Hier staan twee culturen tegenover elkaar: de vader in wie de Arabische geest is gedoofd, wordt overmeesterd door zijn (losbandige) westerse dochter.
‘In de Arabische wereld wordt het overwicht van de westerse levensstijl gezien als een verkapte vorm van kolonisatie’, schrijft Slimani in Seks en leugens. Het grootste verschil van mening tussen de westerse en islamitische wereld betreft niet de democratische waarden of de politieke systemen, maar de rol van de vrouw en de vraagstukken met betrekking tot seksualiteit, blijkt uit onderzoek Islam and the west (Inglehart & Norris, 2002). Slimani concludeert dat de ‘seksuele ellende’ ontwrichtende politieke, economische en sociale wortels heeft die voornamelijk vrouwen, jongeren en armen raakt.
De (illegale) praktijk is ontluisterend: dagelijks worden er honderden illegale abortussen uitgevoerd, de industrie voor maagdenvliesherstellende operaties floreert, homoseksuelen zijn hun leven niet veilig en vrouwen worden niet alleen buiten het huwelijk verkracht, maar moeten zich ook in het huwelijk aan de grillen van seksueel gefrustreerde mannen onderwerpen.
Seks en leugens is een belangwekkend, krachtig en bevrijdend boek waarin ze pleit voor seksuele rechten. Het is tijd voor een revolutie. Als bijkomend effect voorziet dit boek haar toch al indrukwekkende debuutroman van extra lading.
Leïla Slimani (1981) werd geboren in Rabat, Marokko. Ze studeerde in Parijs, waar ze nog steeds woont. Na haar afstuderen schreef ze voor weekblad Jeune Afrique over Noord-Afrika. Vorig jaar werd haar tweede roman Met zachte hand (2016), waar ze de Prix Goncourt voor won, in het Nederlands vertaald.
Leïla Slimani, Seks en leugens
Vertaald uit het Frans door Gertrude Maes
Nieuw Amsterdam
159 blz.
19,99
Leïla Slimani, In de tuin van het beest
Vertaald uit het Frans door Gertrude Maes
Nieuw Amsterdam
174 blz.
18,99