#MeToo dringt door tot in het boek

INTERNATIONAAL LITERATUURFESTIVAL UTRECHT
Schrijven volgens de eisen van deze tijd
In een ideale wereld moet een roman niets. Maar in de uitgeefwereld van nu moet een roman van alles, schrijft Dieuwertje Mertens. Op het Internationaal Literatuur Festival Utrecht staat de roman een avond lang in vele facetten centraal.
‘Schrijf je hierover? Over ons?’ vraagt wereldberoemd, Nobelprijs winnend auteur Ezra aan Alice, zijn jonge minnares; een redacteur met schrijfambities.
‘Nee.’
‘Waar schrijf je dan over?’
‘Andere mensen. Interessantere mensen dan ik. (..) over mezelf schrijven is voor mijn gevoel niet belangrijk genoeg.’
‘In tegenstelling tot wat?’
‘Oorlog. Dictaturen. Wereldse zaken.’
(..)
‘Niet nadenken over of iets van belang is. Van belang wordt iets vanzelf als je het goed genoeg doet (..)’ is Ezra’s devies.
Deze scene uit het veelgeprezen debuut Asymmetrie van Lisa Halliday laat het verschil tussen twee generaties schrijvers zien. Ezra, gebaseerd op Philip Roth (1933-2018), met wie Halliday in het echte leven een tijdje een verhouding had, schrijft wat hij wil schrijven. Hij bekommert zich vooral om het hoe. Alice bekommert zich om het wat: is het actueel, is het urgent? En dat is precies waar in het de hedendaagse roman om draait. De grote thema’s van nu zijn migratie, racisme en feminisme.
“Vind je dat een roman vandaag de dag geëngageerd moet zijn?”, vroeg ik de Amerikaanse feministische auteur Leni Zumas, van wie in november de vertaling van Red Clocks verschijnt. In deze dystopische roman laat ze zien wat het betekent voor vrouwen als hun onder andere het recht op abortus en ivf-behandelingen wordt ontnomen. “Een roman moét niets”, antwoordde Zumas. “Liever leef ik in een wereld waarin een miljoen verschillende soorten romans worden geschreven en gelezen. Politiek engagement kan veel verschillende gedaanten aannemen. Een roman die zich afspeelt in een appartement buiten Cincinnati kan net zozeer begaan zijn met verontrustende dynamiek aangaande macht, klasse, ras, gender, geweld en kapitalisme – en net zo politiek zijn als een roman zich afspeelt in Bagdad.”
Zumas heeft gelijk. In een ideale wereld moét een roman inderdaad niets, maar in de uitgeefwereld moet een roman van alles. En dat ‘van alles’ is in te vullen als: in potentie commercieel succesvol zijn, media-aandacht genereren en aan de eisen van deze tijd voldoen. Die zijn aan verandering onderhevig. In de jaren tachtig riep hoogleraar Nederlands Ton Anbeek vergeefs op tot ‘meer straatrumoer’ in de Nederlandse literatuur, waarin het maatschappelijk leven volgens hem te weinig een rol speelde. In de jaren 2000 kwam het fenomeen ‘literaire thriller’ op onder aanvoering van schrijvers als Nicci French en Saskia Noort en daar konden en kunnen er niet genoeg van geschreven worden. Net zoals van de historische roman (Stefan Hertmans, Éric Vuillard, Hillary Mantel).
‘Waargebeurd’
En met de toenemende macht van de boekhandelaar, moeten romans het afgelopen decennium vooral een ‘haakje’ hebben (een slechte jeugd, een traumatische ervaring, een schokkende bekentenis) zodat de uitgever het aan de boekverkoper en de boekverkoper het aan de lezer kan ‘ophangen’. Het beste haakje is ‘waargebeurd’. Zoals het haakje bij Halliday haar affaire met Philip Roth was. Maar dat is niet langer genoeg, lijkt de auteur te willen zeggen en daarom gaat haar roman niet alleen over de affaire van Alice en Ezra, maar ook over de Koerdische Amar, die zijn ontvoerde broer in Syrië wil zoeken en eindeloos wordt ondervraagd op het vliegveld in Londen. Daarmee heeft de auteur aan haar plicht voldaan en betrokkenheid getoond bij de wereld waarin ze leeft.
Uit de meeste geëngageerde literatuur kan een correcte boodschap gedestilleerd worden. Een goede roman heeft natuurlijk geen opzichtige moraal, maar toont de weldenkende lezer een situatie waarover zij zich kan opwinden: een jong vluchtelingenstel dat nergens welkom is (Mohsin Hamid, Exit West), een Amerika waarin het recht op abortus is komen te vervallen (Red Clocks), of een wereld waarin de segregatie weer wordt ingevoerd (Paul Beatty, De verrader). In het beste geval wordt de lezer geconfronteerd met zijn minimaal of maximaal gepigmenteerde huid, of cis- of transgender identiteit, met alle bijbehorende complexiteit. Het verhaal moet hem op zo’n manier maatschappelijk verontrusten en verwarren dat het een ander perspectief biedt of het (moreel) juiste perspectief (van de lezer) bevestigt.
Niet tegen de borst stuiten
Criticus Persis Bekkering schreef vorig jaar in de Volkskrant hoe ze opgroeide: ‘met de postmoderne idee dat goede kunst los staat van moraal. (..) Een boek kan vlammend geschreven zijn, maar als het vrouwen wegzet als domme sletjes, geef ik geen vijf sterren.’. Dit lijkt een steeds breder gedeeld uitgangspunt. Een roman moet maatschappelijk geëngageerd zijn, maar moreel niet tegen de borst stuiten.
Dat heeft te maken met de opleving van het feminisme na de #MeToo discussie, met het racismedebat en met de politieke roep om inclusiviteit. Het wekt dan ook geen verbazing dat er kort na de dood van Philip Roth, die in 1970 met Mijn leven als man al de woede van de feministen over zich uitriep, opnieuw een discussie oplaaide over de vraag of Roth een vrouwenhater was. Zijn belangrijkste personages zijn dat vaak, maar daaruit mogen geen conclusies over de schrijver zelf worden getrokken. Zijn romans tonen vooral dat hij van een andere generatie was, die zich met andere dingen engageerde. En omdat Roth goed schreef, waren zijn romans vanzelf belangwekkend.
De Avond van de roman, Internationaal Literatuur Festival Utrecht (ILFU) staat in het teken van de kracht van fictie en thema’s als feminisme en racisme in de literatuur met internationale auteurs zoals Lisa Halliday, Éric Vuillard, Alejandro Zambra e.v.a. Vrijdag 21 september, 19.00, Tivoli Vredenburg Utrecht.