Een nog groter mysterie

Een nog groter mysterie

Het Parool, zaterdag 12 januari, Boeken

Romanschrijver van beroep

Door Dieuwertje Mertens

Hoe komt het dat de Japanse auteur Haruki Murakami wereldwijd zoveel hartstochtelijke bewondering oogst onder lezers? En dan heb ik het niet over het gedegen soort literaire waardering dat wel meer wereldberoemde auteurs ten deel valt, maar over uitzinnige fandom. Maandag vindt bijvoorbeeld een Murakami Music Night plaats in het Concertgebouw, waar de favoriete muziek van de auteur wordt gespeeld, die ook terugkomt in zijn romans. Deze was al zo snel uitverkocht dat er een tweede avond is gepland op de 15de. En hij is zelf niet eens present, want van publieke aandacht moet hij weinig hebben.

Dat maakt zijn Romanschrijver van beroep, dat dinsdag in vertaling verschijnt, in potentie ook zo’n gewild exemplaar. Murakami laat zich niet graag interviewen en treedt weinig in het openbaar, maar hierin doet hij een boekje open over zijn schrijverschap. De ruim 35 romans, zoals Norwegian Wood, Kafka op het strand, 1984, De Moord op Commendatore en andere werken (korte verhalen, essays, non-fictie) die hij schreef, werden in vijftig talen vertaald. Murakami beschikt over de gave om romans te schrijven die voldoende cultureel ontworteld zijn om aansluiting vinden bij de regionale belevingswereld van lezers over de hele wereld (‘wereldromans’ volgens Tim Parks), maar ook genoeg originaliteit hebben om ze uniek te maken.

Zeven jaar geleden kocht ik op een kunstbeurs een houtskooltekening van Kim Hospers waarop een schaap in pak te zien is dat op de bank zit in een donkere ruimte naast een sneeuwend televisiescherm. Hoewel de kunstenaar iets anders trachtte uit te drukken, herkende ik mijn favoriete passage uit Dans, dans, dans: een volstrekt particuliere associatie, onttrokken aan mijn eigen verbeelding. Op de vijftiende verdieping van het Dolphine Hotel woont Schaapman, een soort orakel. Hij geeft het hoofdpersonage een opdracht: ‘You gotta dance.’ Een paar jaar geleden kwam een vriend, expat in Cambodja, op bezoek met zijn Vietnamese vriendin. Ze liep direct naar de tekening en zei: ‘This is the Sheep Man from Haruki Murakami.’ Omdat dit voorval zich aan de rand van Murakami’s universum afspeelde, leek het me geen toeval dat deze onbekende vrouw met een ander cultureel referentiekader Schaapman onmiddellijk herkende. Murakami roept altijd verwondering op bij wat voor de hand ligt en onmiddellijke acceptatie van dat wat verwondert. Er barstte in elk geval direct een gesprek los over Murakami.

Geen wetmatigheden

Waar de aantrekkingskracht in zijn verhalen van uitgaat, laat zich niet zo makkelijk omschrijven. In Romanschrijver van beroep geeft hij zelf iets prijs van wat zijn werk uniek maakt. Dat doet hij door zijn routines, zijn manier van schrijven (afgezet tegen het literaire veld) en de ontwikkeling die hij doormaakte te beschrijven. De lezer die hoopt op een soort handleiding – hoe schrijf ik een roman? – kan beter te rade gaan bij Stephen King, James Wood, Renate Dorrestein of Arie Storm. Murakami vertelt alleen hoe Murakami schrijft en daar vallen geen voorschriften of wetmatigheden aan te ontlenen.

‘Een roman schrijven is een hoogst stompzinnige bezigheid. (..) Het is een handeling waarbij je voortdurend ‘bij wijze van spreken’ herhaalt,’ schrijft Murakami. De succesauteur stelt zich extra bleu op, soms zelfs op het ergerniswekkende af, waardoor je al snel voelt dat dit de manipulaties van de romanschrijver zijn die zijn eigen leven romantiseert door zijn schrijverschap zo nadrukkelijk doodgewoon te doen lijken.

Hij voelde op zijn dertigste de aandrang om een verhaal te schrijven, al was het alleen maar om de ‘leegte in mijn hart te vullen’. Dat deed hij ‘s nachts aan de keukentafel, na een lange dag werken in zijn eigen jazzclub. Hij benadrukt dat hij door het harde werken, het afzien en het nachtleven weliswaar een beetje levenservaring had opgedaan. Maar hij was zich ervan bewust dat hij verder niet bepaald een afwijkende jeugd of spannend leven had die hem als schrijver interessant zouden maken. Daarom was stijl zo belangrijk, daar viel de winst te behalen.

Gunzo Debutantenprijs

Om alle overbodige ballast van zich af te schudden, besloot hij te schrijven in het Engels, waarin zijn woordenschat beperkter was. Vervolgens vertaalde hij de tekst in het Japans. Hierdoor was de tekst als het ware twee keer gefilterd, wat een unieke stijl opleverde. Hij won met Luister naar de wind de Gunzo Debutantenprijs, een grote prijs in Japan, die het begin van zijn carrière markeert. Zelf lees ik Murakami altijd in het Engels, maar ook deze zijn weer her(ver)taald uit het Japans. Het effect is dat er steeds weer iets ontglipt, wat de teksten een bijzonder soort kunstmatigheid verschaft. Ze zijn als het ware ‘losgezongen’ van een (culturele en talige) context.

Verder benadrukt Murakami hoe belangrijk het is om te schrijven omdat het je plezier verschaft, om vrij te zijn van waarden (hij bemoeit zich nadrukkelijk niet met de Japanse literaire wereld), hoe muziek het ritme van zijn teksten dicteert en hoe je je los moet weken van een wereldlijke logica. Kortom: al die zaken die je terugleest in zijn romans. Toch is het zo dat hoe meer schrijversgewoonten en -gebruiken Murakami op zijn eigen heldere, nuchtere manier uiteenzet, hoe meer hij de verwondering en dus het mysterie voedt. Zijn fans zouden niet anders willen.