Recensie Jenny Offill – De laatste dingen

Het Parool, PS Donderdag 29 september 2016
****
De onbetwiste waarheid van moeder
Door Dieuwertje Mertens
‘Vroeger,’ zei mijn moeder, ‘bestond er geen echte duisternis. Zelfs ‘s nachts was de maan net zo helder als de zon. Met het enige verschil dat het licht blauw was. Je kon kilometers ver kijken en het was nooit koud. En dit werd schemering genoemd.’
‘Waarom scheme,’ vroeg ik.
‘Omdat het op hemel lijkt,’ zei mijn moeder. ‘Het is een codewoord voor blauw. (…)’
Anna, de moeder van de achtjarige Grace Davitt, heeft een rijke fantasie. En die komt goed van pas bij de opvoeding van haar vraaggrage dochter. Ze neemt Grace ‘s nachts uit zwemmen en leert haar hoe ze het monster in het meer het beste kan fotograferen – door de lens altijd ergens anders op te richten.
Edgar, de vader van Grace, is een atheïstische scheikundeleraar op een christelijke school, een man die nooit weet wat hij moet zeggen als hij alleen is met zijn dochter. Op een dag besluit Anna dat Grace voortaan thuisonderwijs krijgt. Er staat maar één onderwerp op het programma: de geschiedenis van de wereld.
Ook met dit fabuleuze verhaal toont de Amerikaanse schrijfster Jenny Offill (1968) hoeveel verteltalent ze heeft. Nadat haar tweede roman Verbroken beloftes (Dept. of speculation) vorig jaar vol lof werd ontvangen in Nederland, is nu ook De laatste dingen (Last things), het debuut van Offill uit 1999, verschenen in een fraaie vertaling door Roos van de Wardt.
Uit beide romans komt naar voren dat Offill gek is op wetenschapsfeitjes en bijzondere wetenswaardigheden. Om Grace te onderwijzen heeft Anna een kosmische jaarkalender gemaakt: ’14 september: ontstaan van de aarde. In het begin scheen onze aarde als een ster. Ze was gloeiend heet en bestond uit lichtgevend gas. In die tijd was er geen leven op aarde. (…) Verdere afkoeling creëerde water, waaruit oerzeeën ontstonden. En in deze sombere wateren begon het leven op aarde.’
Anna voedt Grace met verhalen over het ontstaan van de wereld en Afrikaanse mythes. Graces favoriete boek is de Encyclopedie van het onverklaarbare. Maar moeder en dochter verliezen op een gegeven moment hun realiteitszin, omdat Anna geen onderscheid maakt tussen feiten en fabels.
De grote kracht van De laatste dingen schuilt onder meer in het waarachtige vertelperspectief. We volgen het ontsporende gezin door de ogen van Grace die geen seconde twijfelt aan het waarheidsgehalte van de verhalen van haar moeder. Volwassen zaken worden nog niet door haar doorgrond: dat vader zijn baan verliest ‘doordat hij tegen een katholieke jongen had gezegd dat God eigenlijk een aap is’, het huwelijk tussen haar ouders op de klippen loopt en moeder er een bijzondere band met vaders broer op nahoudt, drukt de sfeer, maar wordt door Grace nog niet in alle consequenties overdacht.
Offill verbeeldt op stilistisch superieure wijze de afglijdende moeder en dochter. Zoals Anna haar dochter leert dat je het monster in het meer alleen in beeld krijgt door je lens ergens anders op te richten, benoemt ook Offill de tragiek niet rechtstreeks, maar indirect, bijvoorbeeld door Graces omschrijving van de omgeving: ‘Tegenover ons stond een afbrokkelend bakstenen gebouw. Een weeshuis, zeiden de buren, maar er waren nooit kinderen in de buurt. Alleen roze flyers op straat, elke ochtend weer, waarop stond: ‘Zwanger? Alleen? Waar kun je naartoe?”
‘Mijn moeder zei dat stenen de laatste dingen waren en er nog steeds zouden zijn als de mens allang was uitgestorven. Andere laatste dingen waren oceanen, metaal en kraaien,’ vertelt Grace aan het begin van de roman aan haar neefje. Ze leert pas echt wat de eindigheid van dingen is, nadat vader in de situatie heeft ingegrepen, wat desastreuze gevolgen heeft.
Het is uiteindelijk haar verbeeldingskracht die haar een uitweg biedt.
FICTIE: Jenny Offill – De laatste dingen Vertaald door Roos van de Wardt. De Geus, €19,90. 285 blz.