Recensie Joke van Leeuwen – Het moet nog ergens liggen

Het Parool, PS Donderdag 10 november 2016
De mens klooit maar wat aan
****
Dieuwertje Mertens
In Het moet nog ergens liggen, de nieuwe bundel van dichter, (kinderboeken)schrijver en illustrator Joke van Leeuwen (1952) dringt de wereld de veilige woonkamer binnen. De dichter relativeert door zware onderwerpen zoals oorlogen en asielzoekers te combineren met luchthartige zaken zoals quinoa en selfies.
In Binnenkomst, het eerste gedicht, ontvangt de verteller een gast die de spullen in de kamer met vreemde ogen taxeert: Haast alles kreeg een vaste plek om/ niet meer over na te denken (…)De gast vraagt of het past/ gaat zitten op een stoel alsof zo’n ding net is uitgevonden. Subtiel schetst Van Leeuwen het ongemak met het onbekende. Met gemak valt in de visite een beeldspraak voor de ontvangst van ‘een vreemdeling’ of vluchteling te herkennen.
Die andere blik op de zaken zorgt ervoor dat de lezer wordt gedwongen met andere ogen naar de situatie te kijken. Neem Meisje van elders: Te wonen in door wie gedragen kleren/ erin verdwaald te raken. Ter hoogte van/ waar borsten zullen groeien als die durven/ een krachtkreet in een taal die valt te leren.
In Vijftig woorden bij vijftig stokslagen wordt ‘zwikkend gedanst’ en ‘zware kronen worden opgezet’, een andere, treffende manier om het van pijn kronkelende, instortende lichaam te beschrijven.
De zinnen van Van Leeuwen lijken op de grafische tekeningen in de bundel: ze zijn herkenbaar, maar afwijkend: een stoel buigt door zijn lenige poten uit balans, een appel zweeft boven het mes dat hem zal klieven. De zaken worden net anders gerangschikt en tegenover elkaar gezet om tegenstellingen (in de wereld) zichtbaar te maken, zoals in Nabestaan: er wordt onthoofd en onbedaarlijk soms/ gelachen. De herfst is prachtig nu. Dat bestaat allemaal gelijktijdig en kan allemaal even (z)waar zijn.
Het gewicht van de bundel zit met name in het begin en aan het einde, waar de meer geëngageerde gedichten te vinden zijn. De dichter toont zich betrokken zonder moralistisch te worden. Ze slaagt erin beladen onderwerpen aan te halen, zonder zwaar op de hand te worden.
Van Leeuwen besluit met een gebed waarin de verteller met humor zoekt naar een juiste aanspreekvorm voor de aanbedene: ‘geachte bedachte’, ‘o onvindbare’. Ze toont de wanhoop van de mens die zijn houvast zoekt in selfies/ selfies met een stok. De boodschap die je uit de bundel kunt destilleren: de mens klooit maar wat aan, onbeholpen als hij is – wanhopig soms – maar niet voldoende om boven de onbenulligheden van alledag uit te stijgen.
POËZIE: Joke van Leeuwen – Het moet nog ergens liggen Querido, €17,99. 69 blz.