Recensie Ester Naomi Perquin – Meervoudig Afwezig

Recensie Ester Naomi Perquin – Meervoudig Afwezig

Het Parool, PS Boeken 21 januari 2017

****

Koele distantie verhult paniek

Dieuwertje Mertens

Ester Naomi Perquin (1980) zoekt in haar vierde dichtbundel Meervoudig afwezig naar een antwoord op de particuliere én universele vraag: wat blijft er achter als je vertrekt (uit een huwelijk)? Een antwoord blijkt niet makkelijk te vinden.

In het openingsgedicht: Wij bewogen ons richting de deur, iemand knipte het licht vast uit./ ‘U zult de grootsheid niet in het totale vinden,’/ sprak de professor luid. ‘Maar het totale in de delen!’

Perquin streeft een objectieve onderzoeksmethode na. De bundel is (geïnspireerd op de woorden van de professor) opgedeeld in twee delen: De delen en Het totale. De koele distantie waarmee de dichter haar particuliere zoektocht beschrijft, benadrukt de onderliggende paniek.

Taal moet de boel bij elkaar houden en daar blinkt Perquin in uit

Taal moet de boel bij elkaar houden. Daar blinkt Perquin in uit. Ze spreekt bijvoorbeeld van: De formule voor een eerlijke verdeling van huisraad,/ herinneringen en geweckt fruit (uit eigen voorraad). Ondanks de zuivere berekening, concludeert ze: Veel echtparen kun je zeer precies in tweeën, zelfs/ exact doormidden snijden, om te zien/ dat de ene helft groter is/ dan de andere. De verteller houdt enige afstand. Ze vermijdt ‘ik’ en gebruikt ‘men’, ‘we’ of ‘je’. Ze analyseert in algemene termen: ‘We hielden stand maar wonnen geen terrein’.

Ik mis de bijtgrage zinnetjes uit voorgaande bundels, zoals in het weergaloze Celinspecties (je jeugd alleen/ zou vlekken maken op haar vloer). Volgens de uitgever is Perquin in Meervoudig afwezig ‘persoonlijker’. Dat zou kunnen verklaren waarom de verteller zich inhoudt.

De bundel getuigt van vakmanschap en is prachtig opgebouwd, maar mist bravoure. Perquin legt haar vinger niet op de zere plek, maar daar ergens in de buurt. Anderzijds past dat ook wel bij de thematiek van de bundel: de onmacht die met het gemis gepaard gaat: Een welwillend oog laat de dingen/ die ontbreken steeds gerust de hoofdrol spelen.

In het tweede deel, Het totale verbreedt Perquin haar focus van het persoonlijke naar het universele: het leven, God en – je bent dichter of niet – dé poëzie. Ook daar speelt gemis een hoofdrol en verwoordt Perquin de crux van de bundel: Iets rammelt blijkbaar in de eeuwigheid(…)/ en men vermoedt dat het een losse tand is. (…) En wat nog erger is: zonder hét gedicht dat alles samenvat. Dat wil echter niet zeggen dat dat gedicht niet bestaat, weet Perquin: Het gedicht zit waar je wacht te worden aangeraakt./ Verhongert daar. Preciés.

 

Lees hier het gedicht Een troost uit Meervoudig afwezig