Month: January 2018

Een kakofonie van stemmen en nog wat whatsappjes

Een kakofonie van stemmen en nog wat whatsappjes

Het Parool, PS Boeken, 27 januari 2018 Dieuwertje Mertens In Gebrek is een groot woord, de tweede roman van Nina Polak (1986), staat hoofdpersonage Nynke voor keuzes die te maken hebben met vrijheid en verbondenheid: moet ze zich settelen, blijft ze reizen, kiest ze voor 

Het gevoel verloren te zijn

Het gevoel verloren te zijn

Het Parool, PS Boeken, 27 januari 2018 Dieuwertje Mertens Finse meisjes zeggen zelden gedag en als ze boos zijn sturen ze je een rotte zalm. Het is onmogelijk om nog aan Finse meisjes te denken, zonder aan Kira Wuck (1978) te denken. Met De zee 

Balanceren op het randje van kitsch

Balanceren op het randje van kitsch

Het Parool, Donderdag 25 januari 2018

Verhelst is de koning van de Esthetiek

Dieuwertje Mertens

Vandaag is de Poëzieweek begonnen, Het bijbehorende poëziegeschenk werd dit jaar geschreven door de Vlaamse dichter, romancier en regisseur Peter Verhelst, die ook een gedicht voor de bibliotheken maakte, dat op posters door het land wordt verspreid. Dat gedicht, Hoe stil het ook zal worden, is zo’n wonderschoon gedicht, dat het te behaagziek of te kitscherig had kunnen zijn. Dat is het niet. Typisch Verhelst. Verhelst is de koning van de esthetiek en hij balanceert regelmatig op het randje van kitsch, maar gaat er niet overheen.

Dat doet hij ook niet in zijn poëziegeschenk, Wat ons had kunnen zijn. We bevinden ons tien gedichten lang in het theater: er is een podium, een publiek, een souffleur, een lachkoor en bekende stukken van Samuel Beckett en William Shakespeare.

Als een dichter zich baseert op theaterklassiekers, zou je een gedicht van anekdotische aard verwachten, maar dat is niet hoe Verhelst te werk gaat: Hij dient een toestand of een sfeer op. In Verhelsts Wachten op Godot (1) is de telefoon die afgaat in het publiek net zozeer onderdeel van de voorstelling als de acteur die op het podium staat: ‘(..)In het duister trilt een telefoon vergeefs./ Hoeveel levens sta ik hier al, handen/ in mijn jaszakken, gesloten ogen, alsof iemand in me neuriet. (..)’

Het toneel is een parallel universum, zoals er eigenlijk voortdurend en overal een parallel universum is. Dit laat Verhelst zien in Souffleur. ‘Wat ons had kunnen zijn:// onder al ons roepen zwijgt de man/die hier niet was/ over de vrouw die hij heeft gekend. (..)’

Zijn poëzie laat zich moeilijk samenvatten; daar gaat ook de aantrekkingskracht van uit. Hij gebruikt de taal om een situatie invoelbaar te maken. Daarom is zijn poëzie zo zintuiglijk, vol bewegingen en in zekere zin ‘theatraal’. Toch gaat het in wezen niet om wat we opvoeren en de rol die we spelen, maar om wat daaronder ligt: een mogelijkheid. Dat lijkt Verhelst in het poëziegeschenk te willen uitdrukken.

Of misschien zegt hij het wel in Wachten op Godot (2): ‘ (..) Ik heb een boom gebouwd, een tuin,/ met platte stenen de omtrek van een huis om in te wachten.// Boven de asfaltstrook trilt soms de vrouw/ in een fontein (..)’

 

Wat ons had kunnen zijn
Door Peter Verhelst
Cadeau bij besteding vanaf €12,50
in de Poëzieweek (t/m 31/1)

 

Hapiness alom

Hapiness alom

Awater, winter 2018 ‘Ik zong het sasjajanssenlied waarvan men lustte’ Dieuwertje Mertens ‘Stil even, als onze taal happy is, dan ook onze daden/of is het juist andersom?’ dicht Sasja Janssen in het titelgedicht van haar vierde bundel Happy. Welke invloed heeft de taal op onze 

Boos en machteloos tegelijk

Boos en machteloos tegelijk

Het Parool, PS zaterdag 20 januari 2018 De gruwelen in de wereld Dieuwertje Mertens De dichtbundels die Remco Campert (1929) de afgelopen jaren uitbracht, stonden in het teken van zijn naderend afscheid, maar in Open ogen dringt ook de actualiteit de bundel binnen: de dichter 

Erecties houden geen stand, luisteren helpt

Erecties houden geen stand, luisteren helpt

Over taal vs. terreur

Frank Westerman meets Mohsin Hamid tijdens Writers Unlimited in Den Haag. Gespreksleider: Chris Keulemans.

Kan taal een oplossing bieden bij geweld? Oftewel: kan een pen een wapen zijn? Deze vraag is zo idealistisch en naïef, dat de setting waarin hij gesteld wordt natuurlijk alleen een literair festival kan zijn. In een donker zaaltje, gevuld met vredelievende lezers, waarvan het merendeel de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, is geweld mijlenver weg. Dat neemt niet weg dat de besproken voorbeelden uit het leven zijn gegrepen.

Frank Westerman haalt een voorbeeld aan uit zijn non-fictie boek Een woord een woord , waarin hij zoekt naar een weerwoord op terreur.  Bij de treinkaping bij De Punt in 1977 werd in eerste instantie niet de marine ingezet, nee, de Nederlandse overheid stuurde psychiaters om met de Molukse treinkapers, ‘die we nu gewoon terroristen zouden noemen’, te praten. De zogenoemde ‘Dutch approach’, die inhield dat je in gesprek ging met terroristen en niet meteen geweld inzette, werd over de hele wereld beroemd. Psychiater Dirk Mulder, één van de twee onderhandelaars, had het uitgangspunt dat de treinkapers een ‘mentale erectie’ hadden en zoals iedereen weet; ‘erecties houden geen stand’. Mulders tactiek om de angel eruit te halen was luisteren, simpelweg luisteren. En als iemand zijn verhaal kwijt kan en wordt gehoord, is het voor die persoon moeilijk om tot geweld over te gaan.

Verhalen kunnen helpen, al is het maar om de impuls om wraak te nemen uit te stellen, denkt ook Mohsin Hamid, die met zijn roman The reluctant fundamentalist – een inkijkje geeft in de gedachten van de Pakistaanse Changez die zich na 9/11 niet meer thuis voelt in Amerika en zich probeert te zuiveren van de invloeden van een volk waarin hij de onderdrukker herkent.

Hamid: ‘Iedere jonge jongen wil James Bond zijn, maar bij donkere jongens zeggen we: dat kan niet, je voldoet niet aan het profiel. Als je opgroeit in een situatie waarin het onmogelijk is om een held te zijn, sluit je je aan bij IS, want daar is wel ruimte om een held te zijn. We moeten ons niet afvragen: hoe kunnen we voorkomen dat jongeren radicaliseren? De vraag is: Hoe kunnen we blanke (Nederlanders) laten inzien dat ze niet superieur zijn en dat minderheidsgroeperingen al lang niet meer in de minderheid zijn?’

Westerman vertelt hoe hij drie jaar geleden met zijn twaalfjarige dochter naar een demonstratie op De Dam ging als steunbetuiging aan de nabestaanden en ter nagedachtenis van de slachtoffers van de aanslag op Charlie Hebdo. Hij stond daar, hield een bord in de lucht – ‘de pen is machtiger dan het zwaard’ – en vroeg zich af: geloof ik dat echt? Een eenduidig antwoord op die vraag heeft hij niet, behalve dit: alleen het vraagteken haalt ons weg bij geweld.

 

 

‘In America, you are black, baby’

‘In America, you are black, baby’

Kritische blik op de verhouding tussen blank en zwart in Amerika Dieuwertje Mertens Ifemelu keert na dertien jaar in Nigeria als Americanah (zo worden de ‘veramerikaanste’ Nigerianen genoemd die na een verblijf in de VS terugkeren), waar haar jeugdliefde Obinze na een mislukte immigratiepoging woont. 

De kwetsbaarheid van de dingen

De kwetsbaarheid van de dingen

Het Parool, PS boeken 6 januari 2017 Dieuwertje Mertens In haar goed ontvangen debuut Papieren veulens (2013) schept Hanneke van Eijken (1981) een sprookjesachtige wereld met een scherp randje. Ook de opvolger Kozijnen van krijt is op het eerste gezicht een lieve bundel vol beelddronken