Als goedkope chardonnay

Het Parool, PS Boeken, zaterdag 21 september
In de nieuwe roman va Op de Beeck regent het bijvoeglijk naamwoorden
Door Dieuwertje Mertens
Let op mijn woorden, de titel van de nieuwe roman van de Vlaamse Griet op de Beeck (1973), kan ironisch worden opgevat. ‘Ik hoop dat ge weet dat ge tegen mij allés kunt zeggen,’ is een uitspraak die de moeder van Lise vaak herhaalt. Het tegenovergestelde is natuurlijk het geval. In het ongelukkige gezin waarin Lise opgroeit is taal vooral een middel om zaken te verhullen, wil Op de Beeck overbrengen. De schrijver zelf doet het omgekeerde.
De ouders van Lise maken veel ruzie. Vader verliest zich dagelijks in de drank, moeder vergrijpt zich aan de taart. Haar broertje vlucht zo vaak mogelijk naar vriendjes. Lise neemt de rol van mediator op zich: zij probeert zo veel mogelijk te voorkomen dat haar ouders ruzie krijgen. Ondertussen zoekt ze troost in een affaire met een leraar. En dan is er ook nog haar getroebleerde oudere zus die op een dag binnenvalt en haar vader van misbruik beschuldigt; een thema dat ook al aan bod kwam in haar vorige roman Dit is wat we hebben (2017).
Het ongelukkige gezin is een terugkerend thema binnen het oeuvre van Op de Beeck. Over dat ongeluk mag bij de lezer absoluut geen twijfel bestaan. In de woonkamer hangt een schilderij met daarop ‘moeizaam geschilderd fruit’ in ‘een vaas met pessimistische kleuren’. Dat moeizaam geschilderde fruit is op zich nog wel een grappige vondst, maar wat zijn pessimistische kleuren? Het behang zit vol ‘verzuurd verdriet en ingehouden boosheid’. De ruimte is doordesemd van de emoties van de bewoners. Het regent bijvoeglijk naamwoorden. Al die emoties mag de lezer niet zelf uit de context opmaken, nee, die moeten worden samengevat en onderstreept (‘Lise hoorde veel onverteerd verdriet’). In stilistisch opzicht doet de roman denken aan een goedkope Australische op eikenhout gelagerde Chardonnay: alsof je met een houten plank op je kop wordt geslagen.
Dat is erg jammer, want de dialogen die Op de Beeck schrijft zijn goed. Met name die met moeder; dat zijn eerder monologen. Moeder is een karikaturale vrouw die nooit luistert en maar blijft raaskallen en zoveel mogelijk overbodige zaken benoemt, opdat het geluid maar in de wereld blijft. Alles aan haar neemt te veel ruimte in beslag: haar omvang, haar woorden.
Net zoals de roman. Het verhaal is niet alleen minutieus opgetekend met heel veel oog voor (overbodige) details, maar ook inhoudelijk behoorlijk corpulent. De roman valt in twee delen uiteen die Lise als puber en als volwassene portretteren. En dan is het aantal thema’s en verhaallijnen – alcoholisme, obesitas, incest, anorexia, Lise’s onvermogen om gezonde relaties aan te gaan, leukemie bij kinderen – zo overdadig dat ze doodslaan en het onduidelijk is op welke woorden we nu precies moeten letten.
Griet Op de Beeck; Let op mijn woorden
Prometheus
416 blz.
19,99